Arbeidsovereenkomst

Arbeidsovereenkomst

Een arbeidsovereenkomst kan voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd worden overeengekomen.
Let bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op de volgende aandachtspunten:

 

Aanzegplicht
Uiterlijk één maand vóór de einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet de werkgever bij de werknemer aangeven (aanzeggen) of de overeenkomst wordt voortgezet of niet. Bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst dient de werkgever bij de aanzegging ook de voorwaarden van de voortzetting mede te delen.

 

De aanzegplicht geldt voor arbeidsovereenkomsten van zes maanden of langer. De aanzegplicht is niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten korter dan zes maanden of op uitzendovereenkomsten.

 

Niet-tijdig aanzeggen of niet nakomen van de aanzegplicht heeft tot gevolg dat de werkgever aan de werknemer – maximaal – een maand vergoeding (één maandsalaris) moet betalen.

 

Proeftijd
De proeftijd is de periode waarin de werkgever en de werknemer wederzijds onderzoeken of de arbeidsrelatie aan hun verwachtingen voldoet. Het is niet toegestaan om in arbeidsovereenkomsten van zes maanden of korter een proeftijd af te spreken. Een proeftijd in een opvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is niet rechtsgeldig, tenzij de werkzaamheden in de tweede overeenkomst voor bepaalde tijd wezenlijk verschillen van het eerdere contract.

 

Concurrentiebeding
De hoofdregel is dat het niet toegestaan is om in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een concurrentiebeding af te spreken, tenzij het concurrentiebeding de zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen in de arbeidsovereenkomst motiveert. De zwaarwegende bedrijfseconomische belangen dienen specifiek benoemd te worden. Hier ligt een zware schriftelijke motiveringsplicht voor de werkgever. Klik hier voor meer informatie over het concurrentiebeding.

 

De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd kunnen onder omstandigheden omslaan naar onbepaalde tijd. Namelijk, na een periode van 36 maanden (drie jaar) ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De telling van deze periode wordt pas onderbroken indien de tussen de opvolgende arbeidsovereenkomsten een periode ligt van meer dan zes maanden. Ook is er een maximum gesteld aan het aantal opvolgende contracten van bepaalde tijd. Na drie contracten ontstaat ook een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

 

Het is in bepaalde gevallen mogelijk om (bij cao) af te wijken van het maximum aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en de termijn van 36 maanden. Bijvoorbeeld voor uitzendkrachten.