Bijzondere bedingen

Bijzondere bedingen

In veel arbeidsovereenkomsten zijn een of meerdere bijzonder bedingen opgenomen.

Concurrentiebeding
Een concurrentiebeding houdt in dat de werknemer na beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt beperkt in zijn keuze om op een bepaalde wijze bij een nieuwe werkgever/opdrachtgever werkzaam te zijn. Zo’n concurrentiebeding kan voor de (oud)werkgever van belang zijn ter bescherming van zijn concurrentiepositie en bedrijfsgeheimen. Je ziet zo’n concurrentiebeding dan ook vaak in een arbeidsovereenkomst.

Een concurrentiebeding moet volgens de wet schriftelijk zijn overeengekomen met een meerderjarige werknemer. De eisen aan concurrentiebedingen zijn met de invoering van de Wwz sterk verzwaard. Wil een concurrentiebeding goed werken en in rechte ook standhouden dan is een nauwkeurige formulering en toespitsing op de specifieke bedrijfsomstandigheden noodzakelijk. Wij adviseren u daar graag over.

Nevenwerkzaamhedenbeding
Een nevenwerkzaamhedenbeding is het beding waarin veelal wordt vastgelegd dat een werknemer tijdens de duur van het dienstverband geen nevenwerkzaamheden mag verrichten zonder expliciete toestemming van de werkgever. Als het wetsvoorstel tot implementatie van “EU-Richtlijn transparantie en voorspelbare arbeidsvoorwaarden” wordt aangenomen, zal er een algemeen verbod komen op niet onderbouwde nevenwerkzaamhedenbedingen per 1 augustus 2022.

Niet onderbouwde nevenwerkzaamhedenbedingen vastgelegd in reeds gesloten arbeidsovereenkomsten zullen met invoering van de beoogde wetgeving dus per 1 augustus a.s. in beginsel nietig zijn. Nevenwerkzaamhedenbedingen kunnen na 1 augustus a.s. alleen geldig zijn, als de werkgever een goede objectieve reden heeft om een verbod op nevenwerkzaamheden op te leggen. Een goede reden kan bijvoorbeeld liggen in de sfeer van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de bescherming van de gezondheid en veiligheid of het vermijden van belangenconflicten.

Studiekostenbeding
Werkgevers dienen werknemers in staat te stellen om de scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun functie. De werkgever betaalt doorgaans de kosten hiervoor. In een studiekostenbeding kan worden geregeld dat de werknemer de scholingskosten moet terugbetalen, bijvoorbeeld als hij zijn baan opzegt.

Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, dan zijn studiekostenbedingen ten aanzien van verplichte opleidingen vanaf 1 augustus 2022 nietig en dienen werkgevers werknemers vrij te houden voor deze categorie van scholingskosten. Deze regeling geldt niet voor niet-verplichte scholing. De vraag wanneer scholing verplicht of niet verplicht is, is dus belangrijk maar die grens is niet altijd even makkelijk te trekken. Wij adviseren u daar graag over.