Vakantieregelingen en de rol van de OR

Vakantieregelingen en de rol van de OR

December, een maand van feestelijkheden en vakantietijd! Maar het is niet altijd dikke pret: verplichte vakantiedagen of oplopende stress voor verlofaanvragen. Ondernemingsraad, wat kunt u hierin betekenen voor jullie achterban?

Per organisatie verschillen de regels rondom het aanvragen en toekennen van vakantiedagen. Dit mag, want de wetgever heeft alleen het minimum geregeld voor vakantieverlof:

  • Tenminste 20 dagen vakantie bij een fulltime dienstverband.

 

Sommige organisaties kiezen voor verplichte vakantiedagen, omdat er in een bepaalde periode geen tot nauwelijks werk is. Als de werkgever binnen de organisatie verplichte vakantiedagen wil bepalen dan spreekt men overeen vakantieregeling. De vakantieregeling is instemmingsplichtig. Stelt de werkgever dus verplichte vakantiedagen voor? Of wordt iets bepaald of gewijzigd over hoe en wanneer werknemers hun vakantiedagen of –uren opnemen? Dan moet de OR om instemming verzocht worden.

strip over een kerstboom die is besteld uit het buitenland

Spanningsveld met wetgeving en cao

Dit geldt niet als de vakantieperiode is bepaald bij wet of cao. Het bekendste voorbeeld is de schoolvakanties in het onderwijs. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt elk jaar de data voor de kerst, zomer en meivakantie vast. Voor de herfstvakantie en de voorjaarsvakantie worden alleen adviesdata gegeven, daarvan kan dus worden afgeweken.

Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten regelen hun vakantiedata zelf. Vakantie en verlof is voor hen onderdeel van de cao. Nu dit inhoudelijk is geregeld in een cao, heeft de ondernemingsraad geen instemmingsrecht. De cao heeft zogezegd voorrang.

Maar let op!

Soms is het niet gelijk helder of er ruimte is voor de OR of dat het al bij wet of cao is bepaald. Om bij het voorbeeld van het onderwijs te blijven: een Mbo-instelling besluit de vakantieregeling van de studenten aan te passen. In de toepasselijke cao is alleen geregeld dat het onderwijzend personeel gehouden is vakantie te nemen in de periodes waarin voor hen geen directe onderwijstaken staan ingeroosterd. Welke periodes dat precies zijn, dat is de keuzevrijheid van de mbo-instelling. Nu de mbo-instelling de vakantieperiode voor studenten verandert, wijzigt ook de vakantieperiode voor het personeel, althans voor de docenten. De vrijheid om de vakantieregeling te wijzigingen behoeft de instemming van de OR. Zo werd geoordeeld door de kantonrechter te Overijsel aan wie dit voorgelegd werd (zie voor de gehele uitspraak: ECLI:NL:RBOVE:2015:830).

Dus OR: hoe ziet jullie vakantieregeling eruit en wijzigt daarin iets?

Lees dan de toepasselijke cao-bepaling over vakantie eens door, is er ruimte? Laat het instemmingsrecht dan niet aan je voorbij gaan.

 

Muriel Nolet

 

Arbeidsvoorwaarden: overlaten aan de vakbonden of de OR?