Deliveroo is uitgefietst en art. 9a Waadi laat z’n tanden zien!

Deliveroo is uitgefietst en art. 9a Waadi laat z’n tanden zien!

Blog jurisprudentie uitzending en detachering nummer 8

Welkom bij de 8e editie van onze blog over recente jurisprudentie op het gebied van uitzending en detachering.

In deze editie besteden we aandacht aan naar het zich laat aanzien voorlopig laatste Hoge Raad-arresten inzake Deliveroo en de toepassing van de cao en deelname in het bedrijfstakpensioenfonds en daarnaast een arrest van het gerechtshof Amsterdam over het belemmeringsverbod bij indiensttreding bij een nieuwe uitlener.

Veel leesplezier!

Wilfred Groustra

Koen van Randwijk

 

Hoge Raad beslist dat cao op Deliveroo van toepassing is en deel moet nemen aan bedrijfstakpensioenfonds

Vindplaats:         Hoge Raad 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1610 & ECLI:NL:HR:2023:1622

Partijen:              Eiseres tot cassatie: Deliveroo Netherlands B.V.

Verweersters in cassatie: Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg & FNV

Op 24 november 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in twee cassatieprocedures, beide gestart door Deliveroo. In het eerste arrest ging het om de vraag of Deliveroo gebonden is aan de cao Beroepsgoederenvervoer. In het tweede arrest ging het om de vraag of Deliveroo verplicht moest deelnemen in het bedrijfstakpensioenfonds voor beroepsgoederenvervoer over de weg. Beide procedures waren gestart na het oordeel van het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2021:392) dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo werkzaam waren als werknemers, niet als zelfstandigen. Het hof had in dat arrest alleen geoordeeld over de kwalificatie van de arbeidsrelaties van de bezorgers met Deliveroo. Over de consequenties van de kwalificatie hebben het hof en later de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:443) niks gezegd. De twee recente arresten gaan daar wel over.

Het standpunt van het bedrijfstakpensioenfonds en FNV

Het bedrijfstakpensioenfonds spande de zaak aan omdat hij van mening was dat Deliveroo aan het bedrijfstakpensioenfonds verplicht was deel te nemen. De activiteiten van Deliveroo zouden onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit vallen. Bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van beroepsgoederenvervoer moeten verplicht deelnemen aan het bedrijfstakpensioenfonds.

De FNV was van mening dat Deliveroo onder de werking van de cao viel. De cao Beroepsgoederenvervoer is onder andere van toepassing op werkgevers en werknemers die tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer over de weg verrichten van andere dingen dan personen.

De maaltijdbezorgers van Deliveroo bezorgden per fiets maaltijden. Dat maakte volgens Deliveroo dat ze niet vielen onder de Cao beroepsgoederenvervoer over de weg. Los van het feit dat ze op basis van de eerdere rechtspraak zijn gekwalificeerd als werknemer.

Het standpunt van Deliveroo
In beide zaken stelde Deliveroo dat het werk van de maaltijdbezorgers per fiets niet onder goederenvervoer over de weg viel. Volgens Deliveroo wordt met vervoer over de weg alleen gemotoriseerd vervoer, bijvoorbeeld per auto, bedoeld. Zoals gezegd, de Deliveroo maaltijdbezorgers bezorgden maaltijden per fiets. Om deze reden zou geen sprake zijn van vervoer over de weg. Zo hadden de partijen bij de cao en het verplichtingstellingsbesluit het volgens Deliveroo bedoeld.

In beide zaken ging de lagere rechtspraak niet mee in de uitleg van Deliveroo: ook maaltijdbezorgers op de fiets vallen onder het begrip vervoer over de weg. Deliveroo was dus verplicht om deel te nemen aan de cao en het bedrijfstakpensioenfonds. Deliveroo ging in cassatie in beide zaken.

Beslissing Hoge Raad

In de cao-zaak verwierp de Hoge Raad het cassatieberoep van Deliveroo zonder een inhoudelijke motivering te geven (art. 81 RO). De Hoge Raad doet dit wanneer een zaak niet aanleiding geeft om het recht verder te ontwikkelen. De klachten van Deliveroo waren vooral gericht tegen de motivering van de beslissing van het gerechtshof.

Het arrest van de Hoge Raad omtrent de deelname van Deliveroo in het bedrijfstakpensioenfonds is veel uitgebreider. Niet alleen had Deliveroo een cassatieklacht ingediend tegen de uitleg van het gerechtshof van de werkingssfeerbepaling van het verplichtstellingsbesluit, maar ook over de geldigheid van het verplichtingstellingsbesluit zelf. Volgens Deliveroo was het besluit in strijd met Europees recht.

De Hoge Raad verwerpt de klachten van Deliveroo. Bij de uitleg van de werkingssfeerbepaling komt de Hoge Raad tot eenzelfde conclusie als bij de uitleg van de cao. Verder ziet de Hoge Raad geen aanleiding om te oordelen dat het verplichtstellingsbesluit in strijd is met Europees recht.

De consequenties van de arresten

De twee arresten van de Hoge Raad vormen het sluitstuk over Deliveroo en de kwalificatievraag. Waar de eerdere uitspraken vooral voor de kwalificatieaspecten interessant waren, zijn in deze arresten vooral de consequenties van belang, namelijk wat Deliveroo nu in de praktijk moet betalen.  Deliveroo moet het bedrijfstakpensioenfonds over de periode van 6 juni 2015 tot 1 juli 2018 € 638.972,98 aan onbetaalde pensioenpremies betalen. En dit is nog maar het begin. De maaltijdbezorgers hebben recht op alle aanspraken in de cao die op hen van toepassing is. Ook hebben ze recht op achterstallig loon. Deliveroo heeft voor verdere claims al € 8.000.000,- gereserveerd.[1]

Voor werkgevers zijn deze arresten de alarmbel om te bekijken of ze geen schijnzelfstandigen in dienst hebben. Als de werkgever dit niet zelf doet kunnen andere partijen zoals werknemers, vakbonden en pensioenfondsen dat doen, maar dan zijn de rapen gaar. Als een werkgever hier niet op voorhand op acteert, kan dit in het ergste geval leiden tot zijn faillissement. Helpling was wat dat betreft de eerste, maar zal op basis van deze jurisprudentie zeker niet de laatste zijn..

Overigens krijgt de zaak van Helpling een onverwacht vervolg. De Hoge Raad heeft op verzoek van de FNV besloten om de zaak door te laten gaan. Het geschil zal beperkt worden tot de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst tussen Helpling en de schoonmakers en of sprake is van een overtreding van het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi (ECLI:NL:HR:2024:23). In een volgende blog zullen we de zaak verder bespreken.

[1] ‘Hoge Raad bevestigt: maaltijdbezorger Deliveroo valt onder pensioenfonds’, Financieel Dagblad, 24 november 2023.

 

Gerechtshof oordeelt dat belemmeringsverbod niet van toepassing is op uitzendkracht die in dienst van een andere uitlener treedt

Vindplaats:         Gerechtshof Amsterdam 22 augustus 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:2207

Partijen:              Appellant: Uitzendkracht

Geïntimeerde: Uitzendbureau

De feiten

De Uitzendkracht was in dienst van het Uitzendbureau. Partijen waren een relatiebeding overeengekomen. Uitzendkracht was ter beschikking gesteld aan de Omgevingsdienst. Uitzendbureau zegde de uitzendovereenkomst met Uitzendkracht op nadat uitzendkracht bedrijfsgegevens van het Uitzendbureau naar zijn privé-mailadres had gestuurd. Uitzendkracht trad vervolgens in dienst bij een ander uitzendbureau en werd aan dezelfde Omgevingsdienst ter beschikking gesteld. Het eerste uitzendbureau kwam erachter en beriep zich op het relatiebeding. Uitzendbureau vorderde onder andere de betaling van de boete voor het overtreden van het relatiebeding. Uitzendkracht stelde dat het relatiebeding nietig was omdat het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi het relatiebeding verbood. De kantonrechter gaf het Uitzendbureau gelijk. Uitzendkracht gaat in hoger beroep.

Het oordeel van het gerechtshof

Het gerechtshof Amsterdam stelt voorop dat het belemmeringsverbod in artikel 9a Waadi ingevoerd is ter implementatie van de Uitzendrichtlijn. Het verbod verbiedt de uitlener om een ter beschikking gestelde werknemer te belemmeren in dienst te treden van een inlener.

Naar het oordeel van het hof ziet artikel 9a Waadi niet op de situatie van Uitzendkracht. Uitzendkracht is namelijk in dienst getreden van een ander uitzendbureau, niet een andere inlener. Het belemmeringsverbod geldt daarom niet in de situatie van Uitzendkracht. Het zou volgens het hof ook niet in lijn zijn met het doel van de Uitzendrichtlijn om de overgang van uitzendwerk naar vast werk makkelijker te maken. Het oordeel van het hof zou anders zijn geweest indien de Uitzendkracht als werknemer in dienst van de Omgevingsdienst was getreden.

Betekenis van het arrest

Het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi beschermt niet in elke situatie de ter beschikking gestelde werknemers. In dienst treden van een concurrerend uitzendbureau uitlener valt, zoals het hof heeft geoordeeld, niet onder het verbod. Alleen als een werknemer in dienst treedt van een inlener, speelt het belemmeringsverbod. Dat is ook het doel van het verbod: het verbod moet het voor ter beschikking gestelde werknemers makkelijker maken om in vaste dienst te treden van een werkgever waaraan ze eerder ter beschikking gesteld zijn geweest. In andere situaties is de uitzendkracht gewoon aan een relatiebeding gebonden.